Gisteren was het weer zo’n dag. Die ouwe had de wekker weer achtelijk vroeg gezet. En om zichzelf te stimuleren om zijn nieuwe mand ook echt uit te komen, had hij in de keuken ook een wekker gezet.
Ik hoorde dus eerst de wekker boven en dacht, ik draai me nog even om. Maar ineens ging de wekker in de keuken en hoorde ik mijn baas van boven roepen dat de wekker moest ophouden. Zijn doel slaagde wel, want ze, jaja het is een vrouw, luisterde niet naar hem. Ik blafte een keer tegen haar en naar mij wilde ze ook niet luisteren. De baas moest dus wel naar beneden komen. Kon hij mooi meteen mij knuffelen en eten geven. Nadat hij onder de douche geweest was en zijn tas ingepakt had, moest ik mijn jas aan. Yeah, we gingen weer naar Rotterdam.
Op Utrecht centraal aangekomen dacht ik eventjes dat ik gek werd. De bediening van de lift was verdwenen. Dat diefjes dergelijke apparatuur stelen verwacht je toch niet. Ik kon alleen het briefje op de deuren niet lezen, dat zat te hoog. De lift was blijkbaar kapot. Dus opzoek naar de trap en uiteraard vond ik die met gemak. Mijn baas achter me aan slepend klommen we naar boven. Door de poortjes en voor de grap ging ik de baas even dollen, door 1 trap eerder naar beneden te gaan dan dat we normaal gaan. Mijn baas zat duidelijk met zijn hoofd nog in zijn nieuwe mand, want pas toen er een sprinter voor ons stopte, had hij door dat ik hem in de zeik genomen had. Weer de trap op, rechts, rechts, trap af en de trein in. Ik moest er wel van gniffelen. Op Rotterdam aangekomen ging alles zoals je zou verwachten. Er was nog niemand op kantoor.
Als eerste kwam meneer Ties binnen. Daar werd ik blij van. Ik had hem al zo lang niet meer gezien. Daarna meneer Mark en als laatste meneer Larry. Meneer Leon is blijkbaar thuis nog druk met zijn kleine mensen pup., dus die was er niet. De mannen hebben de hele dag druk achter hun laptops dingen zitten doen die ik niet snap. Ik had m’n bot, waterbak en lag lekker onder de desk van de baas. Het uitlaatveldje is wel teleurstellend, maarja dat is het nadeel van zo’n grote stad en werken naast het centraal station. Het is een stuk lopen naar het park, maar de baas maakt dat elke keer goed door bij thuiskomst eerst naar het park te gaan alvorens we naar huis lopen.
Thuis zijn we lekker op de bank gaan liggen en hebben we even wat series teruggekeken. De baas heeft nog voetbal in de waterbak liggen luisteren. Ik heb het plekje op de bank maar warm gehouden. En vandaag? Werkt hij thuis, maar gaan we vanavond naar mijn vriendje Bincky.