In mijn ooghoek bespeurde ik al onraad. Ik moest aan het eind van het voetpad bij de baas komen, mijn jas en sjaal om en even laten zien waar de paal staat. Die paal is voor de baas het herkenningspunt wanneer we moeten afbuigen om naar huis te lopen, als we uit het park komen. Ik keek de man in de verte al met een vals opgetrokken lipje aan, maar hij had ons nog niet door denk ik.
We lopen over het fietspad het park uit, ik laat de baas zien waar de stoep is, zodat hij niet op zijn muil pleurt en we vervolgen onze weg naar huis, netjes op de stoep. Daar stond die grijnzende meneer toe te kijken, hoe hij zijn auto als obstakel op de stoep neergezet had. Ik keek hem nogmaals vals aan, maar hij snapte mijn hint niet. Aangezien hij het niet ging oplossen voor de baas, deed ik het maar. Ik blokkeerde, stapte de stoep af en liep netjes over de straat om de auto heen om mijn baas vervolgens weer bij de stoep uit te laten komen. Op de straat mompelde mijn baas iets van “Goed gedaan hoor jochie, die mafketels kunnen hier ook niet parkeren ook hè”. Ik knikte en die meneer? Die zei met een vals lachje nog “Hallo”. De baas en ik hebben hem nog maar eens vuil aangekeken en zijn weggelopen. Thuisgekomen dook ik op mijn brokken en lekker gaan slapen.
Ik hoorde dat de baas nog op zijn telefoon zat te spelen. Allemaal plingelgeluidjes, een lachje en ineens stond hij aangekleed naast me. Het was midden in de nacht voor mijn gevoel, maar het bleek net iets van 00.22 te zijn. Ik snapte er niets van, maar ineens komt er een mafketel op de fiets onze oprit op. Ik activeer mijn inbraakalarm en blaf de hele straat wakker. Pas toen ik de gang in rende, had ik door dat de baas de voordeur al opengezet had. Dan moet het wel goed volk zijn, dus al kwispelend zei ik ons vriendinnetje gedag.
Ik denk dat ze niet kon slapen en daarom even een nachtknuffel kwam halen ofzo. OK, ze had ook wat slaapsiroop nodig, uit een flesje uit de koelkast. Mijn baas nam dat ook. Uiteindelijk ging ze rond 01.00 uur weg. De lampen gingen uit, dus dat was het signaal dat ze naar huis moest. Ze vergat me nog bijna een knuffel te geven, maar gelukkig kwam ze daarvoor speciaal terug. Kon ik weer rustig mijn bank op en de binnenkant van mijn ogen gaan bekijken.
’s Ochtends heb ik de baas geholpen in de tuin. Ik ben een echte hulphond, tuinhond of hoe je het wil noemen. Ik heb netjes in de weg gelopen, aarde opgegeten waar de baas knoeide en dat blad wat er lag? Ik heb hem even geholpen met het opruimen er van. Mijn buik zit ondertussen wel vol denk ik, net als de kliko, of is dat nu mijn bijnaam? De baas heeft de buurman toch maar gevraagd of hij mij verder wil helpen, want al die kleine bomen in de tuin, kan ik echt niet op.