Vorige week zaterdag was mijn roedel familie samen met Ruud, Douwe en Petra uiteten geweest. En waar eten is, daar ben ik meestal ook. Ik was mega teleurgesteld, dat ik niet mee mocht naar dat heerlijke restaurant. Oban, vond jij dat ook niet oneerlijk?
Mijn baasjes zeiden dat ze heerlijk hadden gegeten, van sushi tot steak. Ze vonden het gezellig en ik begreep dat ze baas Ruud dankbaar zijn voor het organiseren er van. Maargoed ik was er dus niet bij. Voor hen lekkere hapjes en voor mij? Inderdaad niks… Oban, ik weet dat je het zwaar hebt, omdat je geen lekkere hapjes mag. Ik ben ook van jouw soort. Waar eten is, daar ben ik namelijk ook. Eten is alles voor mij!
Zoals jullie weten woon ik tijdelijk bij de opperbaasjes. Met mijn lieve snoet heb ik mijn oppervrouwtje om mijn poot gewonden. Ik word elke dag gekriebeld en er wordt de hele dag met mij gespeeld. En ik krijg veel lekkers.
Uiteraard heb ik mijn opperbaas en vrouwtje beloofd dat ik me goed zal gedragen. Ik ben ook heel erg lief, maar zij snappen niet dat als er ergens eten is, ik er heen MOET. En als ik niet aan mag komen, ik een manier zoek om het eten toch te krijgen.
Mijn opperbaasjes hebben hierdoor inmiddels geleerd dat ze eten niet achter een deur moeten zetten. Immers ik kan deuren openmaken. Toen iedereen van huis was, ging ik op onderzoek uit. Onder de deur rook ik een bekende brokkengeur van mijn vriendinnetje Lotje. Ik besloot om mijn poot op de klink te leggen en de deur open te maken. Stiekem at ik het op. Ook de voorraadzak van haar brokken heb ik gevonden en vakkundig heb ik de zak opengemaakt en het opgegeten. Mijn vrouwtje was blij dat er niet veel meer in zat. Anders had ik nog meer gegeten. Ik kon er echt niets aan doen. Het ging vanzelf…
Mijn oppervrouwtje vond dat mijn vriendinnetje wat minder zwaar leek. Maar ik deed alsof mijn neus niets rook. Eerst dachten ze nog dat ze zelf de deuren vergeten waren dicht te doen. Ik kan deuren openen, maar helaas niet sluiten, uiteindelijk viel ik dan toch door de mand.
Vrijdag werd mijn vrouwtje gebeld. Of ze toch nog eventjes naar de lekkere winkel met vleesjes wilde gaan. Er was namelijk iets gebeurd met het vlees. Oppervrouwtje had kipfilet op het aanrecht gelegd. Toen ze het hoekje om ging, besloot ik om tegen het aanrecht op te springen en vakkundig met mijn poot het kipfiletje tot mij te nemen. Tja…wat zou jij doen Oban? Eten dat onbemand is, is van ons. Toch?
Oké oppervrouwtje was een beetje boos. Ik mocht niet meer in de keuken komen als er eten werd bereid. Ik mocht niet meer in de buurt komen van de brokjes van mijn vriendinnetje. Braaf bleef ik netjes op afstand. Maar, als de kat van huis is…
In de gootsteen rook ik vandaag iets, een vaatdoekje met lekkers er aan. Hup, poten op het aanrecht en trots liet ik mijn oppervrouwtje het doekje zien dat ik gevonden had. Toen ik dezelfde dag even alleen was, heb ik de voorraadkast geïnspecteerd en vond ik een kuipje appelmoes. Ik probeerde het nog te verbloemen. Maar mijn tandafdruk in het appelmoeskuipje verraadde mijn betrokkenheid.
Mijn eigen baasjes, hebben mij onder curatele gesteld. Voor mijn eigen bestwil. Volgens hen, kan ik niet zelf beslissen welk eten goed voor mij is. Ze hebben dit ook uitgelegd aan mijn opperbaasjes. Sindsdien staat nergens meer lekkers en word ik begeleid in het maken van goede keuzes t.a.v. mijn eetgewoontes. Voorlopig alleen maar brokken en water voor mij…