Vrijdag heb ik een klein beetje op mijn nagels gebeten. Ik kreeg Brigitte op visite voor onze 4 weken controle. Dat was spannend en leuk.
Mijn baas kreeg als eerste een tasje met lekkers voor mij. Brigitte was vergeten de papieren waar mijn baas zijn pootafdruk op gezet is, voor de zorgverzekering, door te sturen naar het servicebureau. Daardoor duurde het extra lang voordat ik gedeclareerd ben bij de zorgverzekeraar van mijn baas. Aangezien het nog met papierenpost en een postkoets gaat, zal het nog wel even duren voor ik eindelijk mijn zakgeld krijg. Maar, bedankt Brigitte voor het lekkers, dat waardeer ik. Lik voor haar.
Na de koffie en het toilet zijn we op pad gegaan. Via het restaurant van meneer Wilfred, want we moesten nog even een tafeltje reserveren voor de baas van mijn baas. Op de terugweg kwamen we nog een paar van die mormels tegen die heel hard naar mij aan het blaffen waren, maar het deed me niets. Ik heb ze netjes genereerd. Net voor het eind van de wandeling maakte ik toch een foutje. Ik wilde niet met mijn schone vacht langs de takken schuren, dus moest ik iets afwijken. Ik vergat even dat mijn baas er achter liep en ineens stak er een lantaarnpaal over. De stoep was eigenlijk net te smal. Omdraaien, teruglopen, omdraaien en opnieuw, zo doen we dat. Net voor die paal met dat lampje boog ik af, staken we de weg over en kwamen we terecht in een meute kleine kinderen. Ik herkende ook nog het kleine schreeuwmormel van meneer Bram en mevrouw Monique. Ze heet hetzelfde als mijn vriendinnetje, Joya. Die schreeuwde hard naar ons. Dwars door de kindertjes heen, gewoon door naar huis, naar de bak met koekjes. Thuisgekomen kreeg ik toch een zeer goed van Brigitte. Ze is trots op ons. Tot over een paar maanden!
’s Middags ben ik nog een keer naar het restaurant van meneer Wilfred geweest. Daar zat de baas van mijn baas samen met Mevrouw Erica en meneer Leon. Zij volgen mijn blogs ook. Was leuk jullie ontmoet te hebben, maar vergeet niet dat ik ook wel bitterballen lust, ook al mag ik ze niet van mijn baas! Jullie konden er mij best wel eentje doorpasen. Via de snackbar terug naar huis, want de baas moest zo nodig met meneer Erwin naar de formule 1 kijken. Ik ben maar lekker tegen de baas aan op de bank gekropen en gaan slapen. Was me een dagje wel.